Beginnen

Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)

Ik begin.
Je/U begint.
Hij/Ze/Het begint.
We beginnen.
Jullie beginnen.
Ze beginnen.

 

Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)

Ik ben begonnen.
Je/U bent begonnen.
Hij/Ze/Het is begonnen.
We zijn begonnen.
Jullie zijn begonnen.
Ze zijn begonnen.

 

Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)

Ik begon.
Je/U begon.
Hij/Ze/Het begon.
We begonnen.
Jullie begonnen.
Ze begonnen.

 

Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)

Ik zal beginnen.
Je/U zal beginnen.
Hij/Ze/Het zal beginnen.
We zullen beginnen.
Jullie zullen beginnen
Ze zullen beginnen.

 

Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)

Ik zou beginnen.
Je/U zou beginnen.
Hij/Ze/Het zou beginnen.
We zouden beginnen.
Jullie zouden beginnen.
Ze zouden beginnen.

PRONONCIATION : (C.Vijverman)

Laissez un petit commentaire ! ;-)

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.