Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)
Ik betaal.
Je/U betaalt.
Hij/Ze/Het betaalt.
We betalen.
Jullie betalen.
Ze betalen.
Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)
Ik heb betaald.
Je/U hebt betaald.
Hij/Ze/Het heeft betaald.
We hebben betaald.
Jullie hebben betaald.
Ze hebben betaald.
Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)
Ik betaalde.
Je/U betaalde.
Hij/Ze/Het betaalde.
We betaalden.
Jullie betaalden.
Ze betaalden.
Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)
Ik zal betalen.
Je/U zal betalen.
Hij/Ze/Het zal betalen.
We zullen betalen.
Jullie zullen betalen.
Ze zullen betalen.
Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)
Ik zou betalen
Je/U zou betalen.
Hij/Ze/Het zou betalen.
We zouden betalen.
Jullie zouden betalen.
Ze zouden betalen.
PRONONCIATION : (C.Vijverman)