Delen

Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)

Ik deel.
Je/U deelt.
Hij/Ze/Het deelt.
We delen.
Jullie delen.
Ze delen.

 

Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)

Ik heb gedeeld.
Je/U hebt gedeeld.
Hij/Ze/Het heeft gedeeld.
We hebben gedeeld.
Jullie hebben gedeeld.
Ze hebben gedeeld.

 

Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)

Ik deelde.
Je/U deelde.
Hij/Ze/Het deelde.
We deelden.
Jullie deelden.
Ze deelden.

 

Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)

Ik zal delen.
Je/U zal delen.
Hij/Ze/Het zal delen.
We zullen delen.
Jullie zullen delen.
Ze zullen delen.

 

Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)

Ik zou delen.
Je/U zou delen.
Hij/Ze/Het zou delen.
We zouden delen.
Jullie zouden delen.
Ze zouden delen.

PRONONCIATION : (C.Vijverman)

Laissez un petit commentaire ! ;-)

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.