Herkennen

Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)

Ik herken.
Je/U herkent.
Hij/Ze/Het herkent.
We herkennen.
Jullie herkennen.
Ze herkennen.

 

Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)

Ik heb herkend.
Je/U hebt herkend.
Hij/Ze/Het heeft herkend.
We hebben herkend.
Jullie hebben herkend.
Ze hebben herkend.

 

Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)

Ik herkende.
Je/U herkende.
Hij/Ze/Het herkende.
We herkenden.
Jullie herkenden.
Ze herkenden.

 

Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)

Ik zal herkennen.
Je/U zal herkennen.
Hij/Ze/Het zal herkennen.
We zullen herkennen.
Jullie zullen herkennen.
Ze zullen herkennen.

 

Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)

Ik zou herkennen.
Je/U zou herkennen.
Hij/Ze/Het zou herkennen.
We zouden herkennen.
Jullie zouden herkennen.
Ze zouden herkennen.

PRONONCIATION : (C.Vijverman)

Laissez un petit commentaire ! ;-)

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.