Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)
Ik kies.
Je/U kiest.
Hij/Ze/Het kiest.
We kiezen.
Jullie kiezen.
Ze kiezen.
Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)
Ik heb gekozen.
Je/U hebt gekozen.
Hij/Ze/Het heeft gekozen.
We hebben gekozen.
Jullie hebben gekozen.
Ze hebben gekozen.
Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)
Ik koos.
Je/U koos.
Hij/Ze/Het koos.
We kozen.
Jullie kozen.
Ze kozen.
Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)
Ik zal kiezen.
Je/U zal kiezen.
Hij/Ze/Het zal kiezen.
We zullen kiezen.
Jullie zullen kiezen.
Ze zullen kiezen.
Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)
Ik zou kiezen.
Je/U zou kiezen.
Hij/Ze/Het zou kiezen.
We zouden kiezen.
Jullie zouden kiezen.
Ze zouden kiezen.
PRONONCIATION : (C.Vijverman)