Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)
Ik lust.
Je/U lust.
Hij/Ze/Het lust.
We lusten.
Jullie lusten.
Ze lusten.
Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)
Ik heb gelust.
Je/U hebt gelust.
Hij/Ze/Het heeft gelust.
We hebben gelust.
Jullie hebben gelust.
Ze hebben gelust.
Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)
Ik lustte.
Je/U lustte.
Hij/Ze/Het lustte.
We lustten.
Jullie lustten.
Ze lustten.
Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)
Ik zal lusten.
Je/U zal lusten.
Hij/Ze/Het zal lusten.
We zullen lusten.
Jullie zullen lusten.
Ze zullen lusten.
Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)
Ik zou lusten.
Je/U zou lusten.
Hij/Ze/Het zou lusten.
We zouden lusten.
Jullie zouden lusten.
Ze zouden lusten.
PRONONCIATION : (C.Vijverman)