Veranderen

Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)

Ik verander.
Je/U verandert.
Hij/Ze/Het verandert.
We veranderen.
Jullie veranderen.
Ze veranderen.

Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)

Ik heb veranderd.
Je/U hebt veranderd.
Hij/Ze/Het heeft veranderd.
We hebben veranderd.
Jullie hebben veranderd.
Ze hebben veranderd.

Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)

Ik veranderde.
Je/U veranderde.
Hij/Ze/Het veranderde.
We veranderden.
Jullie veranderden.
Ze veranderden.

Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)

Ik zal veranderen.
Je/U zal veranderen.
Hij/Ze/Het zal veranderen.
We zullen veranderen.
Jullie zullen veranderen.
Ze zullen veranderen.

Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)

Ik zou veranderen.
Je/U zou veranderen.
Hij/Ze/Het zou veranderen.
We zouden veranderen.
Jullie zouden veranderen.
Ze zouden veranderen.

PRONONCIATION : (C.Vijverman)

Laissez un petit commentaire ! ;-)

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.