Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)
Ik verander.
Je/U verandert.
Hij/Ze/Het verandert.
We veranderen.
Jullie veranderen.
Ze veranderen.
Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)
Ik heb veranderd.
Je/U hebt veranderd.
Hij/Ze/Het heeft veranderd.
We hebben veranderd.
Jullie hebben veranderd.
Ze hebben veranderd.
Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)
Ik veranderde.
Je/U veranderde.
Hij/Ze/Het veranderde.
We veranderden.
Jullie veranderden.
Ze veranderden.
Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)
Ik zal veranderen.
Je/U zal veranderen.
Hij/Ze/Het zal veranderen.
We zullen veranderen.
Jullie zullen veranderen.
Ze zullen veranderen.
Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)
Ik zou veranderen.
Je/U zou veranderen.
Hij/Ze/Het zou veranderen.
We zouden veranderen.
Jullie zouden veranderen.
Ze zouden veranderen.
PRONONCIATION : (C.Vijverman)