Winnen

Présent/Onvoltooid Tegenwoordige tijd (OTT)winnen

Ik win.
Je/U wint.
Hij/Ze/Het wint.
We winnen.
Jullie winnen.
Ze winnen.

Passé composé/Voltooid Tegenwoordige tijd (VTT)

Ik heb gewonnen.
Je/U hebt gewonnen.
Hij/Ze/Het heeft gewonnen.
We hebben gewonnen.
Jullie hebben gewonnen.
Ze hebben gewonnen.

Imparfait + Passé simple/Onvoltooid Verleden Tijd (OVT)

Ik won.
Je/U won.
Hij/Ze/Het won.
We wonnen.
Jullie wonnen.
Ze wonnen.

Futur simple/Onvoltooid Tegenwoordige Toekomende Tijd (OTTT)

Ik zal winnen.
Je/U zal winnen.
Hij/Ze/Het zal winnen.
We zullen winnen.
Jullie zullen winnen.
Ze zullen winnen.

Conditionnel présent/Onvoltooid Verleden Toekomende Tijd (OVTT)

Ik zou winnen.
Je/U zou winnen.
Hij/Ze/Het zou winnen.
We zouden winnen.
Jullie zouden winnen.
Ze zouden winnen.

PRONONCIATION : (C.Vijverman)

Laissez un petit commentaire ! ;-)

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.